-
De examenvragen kun je vooraf leren want ze zijn bekend.
Alle circa 500 mogelijke examenvragen staan in bovenstaand boekje.
En op deze pagina kun je lezen hoe je die het beste kunt bestuderen?
Start het examen
en kies onderin "Alle vragen die betrekking hebben op regel:" (keuze t t/m 28).
Kies een regel en klik op "EXAMEN AANMAKEN". Er komen dan een aantal vragen over die regel.
Hoeveel vragen dat zijn staat er tussen haakjes achter.
Klik vervolgens op "STOP EXAMEN" en lees de vragen en het antwoord.
Bestudeer de belangrijkste weetjes hieronder en klik op "NIEUW EXAMEN".
Het echte examen bestaat sinds 2017 uit 30 vragen waarvan je er 23 goed moet hebben.
10 etiquette, 19 regel, en 1 stablefordvraag. De tijdsduur is 1 uur.
--- Etiquette 25 vragen ---
Kies altijd voor veiligheid.
Niet storen of afleiden.
Vlot speeltempo en aansluiten.
Score pas noteren op weg naar volgende hole.
Houd de baan en alles netjes.
Voor etiketten in principe geen strafslagen.
1 strafslag : 'buy out stroke', 'gost stroke' of fout droppen.
2 strafslagen : Fout tegen een golfregel.
Diskwalificatie : Bewust regel(s) overtreden.
----- Het spel -----
R1 HET SPEL (7 vragen)
Je mag nooit eigen regels afspreken. Diskwalificatie.
Je mag niets doen wat de beweging van de bal kan beïnvloeden. 2 strafslagen
R2 MATCHPLAY (1 vraag)
Bij Matchplay speel je per hole.
Je mag op elk moment je je tegenstander de hole geven.
R3 STROKEPLAY (3 vragen)
Bij Strokeplay moet je de hole uitspelen.
Doe je dat niet ben je gediskwalificeerd.
--- Stokken en de bal ---
R4 STOKKEN (6 vragen)
Je mag maximaal 14 stokken bij je hebben.
Maximum straf is 4 strafslagen.
Een stok die je vindt mag je wel meenemen, maar je mag er niet mee spelen.
Je mag geen stok lenen van een medespeler.
R5 De bal (geen vragen !!!)
--- Verantwoordelijkheden ---
R6 SPELER (8 vragen)
De scorekaart wordt niet door jezelf ingevuld, maar door je marker.
De speler blijft wel zelf verantwoordelijk.
Niet uitspelen betekent diskwalificatie.
Niet stoppen wanneer het gaat regenen. Bij onweer mag wel.
R7 OEFENEN (3 vragen)
Oefenslagen maken mag alleen nadat de bal in de hole zit.
R8 Advies (7 vragen)
Je mag alleen advies vragen over de regels of de baan,
niet over je stokkeuze, je techniek of tacktiek (2 strafslagen).
Je caddy of jezelf mag de green niet aanraken voor het putten.
R9 Aantal slagen (geen vragen !!!)
--- Volgorde van spelen ---
R10 VOLGORDE (5 vragen)
Bij afslag eerst degene die als eerste staat aangegeven.
Bij elke volgende hole degene die de laagste score heeft.
Er is geen straf bij verkeerde volgorde.
De bal die het verste van de hole ligt is het eerste aan de beurt.
Een provisionele bal sla je nadat de andere spelers eerst zijn geweest.
----- Afslagplaats -----
R11 AFSLAGPLAATS (7 vragen)
De bal moet in de rechthoek liggen. Anders 2 strafslagen.
Je hoeft zelf niet in de rechthoek te staan.
Afslaan op de verkeerde afslag kost ook 2 strafslagen.
Voordat je afgeslagen hebt mar je de bal nog aanraken.
----- Spelen van de bal -----
R12 ZOEKEN NAAR DE BAL (16 vragen)
Om je bal te identificeren vraag je dat eerst en legt dan een muntje
achter de bal. 1 strafslag wanneer je vergeet het muntje te plaatsen.
In een bunker mag je bladeren niet zomaar wegnemen, alleen om de
bal te vinden. Daarna weer terugleggen. 2 strafslagen.
Je bal schoonmaken mag alleen op de green anders 1 strafslag.
Wanneer je buiten de green de ligging verbetert ook 1 strafslag.
R13 BAL SPELEN (30 vragen)
Altijd de bal te spelen zoals hij ligt. Behalve als hij onspeelbaar
is. Je mag niets meer doen om de ligging van de bal te verbeteren.
R14 BAL SLAAN (4 vragen)
Een "Airshot" telt gewoon als normale slag.
Op de green hoef je geen putter te gebruiken. Je mag hem niet
lenen wanneer je er geen hebt.
Wanneer je een bal per ongeluk 2 keer raakt zijn dat 2 slagen.
R15 VERVANGENDE BAL (6 vragen)
Tel 2 strafslagen wanneer je een verkeerde bal hebt gespeeld.
Je moet terug naar je eigen bal en verder spelen.
----- De green -----
R16 DE GREEN (13 vragen)
Een bal op de green mag altijd worden schoongemaakt.
Een takje op de green mag verwijderd worden.
Wanneer de bal daarbij een beetje verrolt is dat niet erg.
De bal dient gemarkeerd te worden voordat hij wordt opgenomen.
Pitchmarks (deukjes) dienen gerepareerd te worden nadat er uitgeholed is..
R17 DE VLAG (6 vragen)
De vlaggenstok staat in de hole als markeringsteken waar op de green zich de hole bevindt.
Zodra de bal op de green ligt wordt de vlaggenstok als hulpmiddel gezien en mag hij niet geraakt worden.
Anders 2 strafslagen tellen. Daarom moet hij weggehaald worden of door de medespeler worden bewaakt.
--- Bal bewogen / richting --
R18 STILLIGGENDE BAL (24 vragen)
Wanneer de bal beweegt moet je hem terugplaatsen en krijgt je 1 strafslag.
R19 BAL IN BEWEGING (7 vragen)
Raakt je bal die van je medespeler dan gewoon terugplaatsen. Gebeurd dit op de green dan 2 strafslagen.
Ook als je vanaf de green geslagen de vlaggenstok raakt.
-- Ontwijken belemmeringen --
R20 DROPPEN EN VERDER SPELEN (22 vragen)
Een bal moet altijd gemarkeerd worden. Bij niet markeren krijgt je meteen een strafslag.
Wanneer een bal onspeelbaar is mag je hem binnen een stoklengte droppen. Hij mag niet dichter
bij de hole komen dan waar hij lag.
R21 BAL SCHOONMAKEN (10 vragen)
Alleen op de green mag je een bal schoonmaken. Wel eerst markeren.
Een bal die buiten de green wordt opgeraapt omdat hij het spel hindert mag niet worden
schoongemaakt. Het kost 1 strafslag wanneer je een bal toch opraapt.
R22 BAL HINDERT SPEL (4 vragen)
Indien een bal een andere speler helpt of juist hindert, dan moet de bal worden gemarkeerd en
opgenomen. Als dit op de fairway gebeurd mag de bal niet worden schoongemaakt.
R23 LOSSE VOORWERPEN (15 vragen)
Losse natuurlijke voorwerpen mogen overal verwijderd worden behalve uit een hindernis.
Beweegt de bal bij het wegnemen van een los natuurlijk voorwerp dan 1 strafslag tellen.
Behalve op de green. Daar mag de bal wel bewegen en leg je hem terug.
Een grasspriet die aan een bal kleeft is geen los natuurlijk voorwerp.
R24 OBSTAKELS (14 vragen)
Alles wat in de baan kunstmatig is noemen we een obstakel. Meest voorkomende voorbeeld hiervan
is wel de hark in een bunker. Een los obstakel mag overal worden verwijderd. Beweegt de bal
hierbij dan volgt geen strafslag maar moet de bal wel worden teruggeplaatst.
Een vast obstakel mag je ontwijken door de bal 1 stoklengte te droppen. Niet dichter bij de
hole en geen strafslag.
R25 ABNORMALE TERREIN e.d. (28 vragen)
De baan wordt begrensd met witte paaltjes of een wit hek. Daarbuiten heeft "Out of Bounds".
Grond in bewerking, tijdelijk water, konijnenhol of een molshoop. Dit soort
obstakels mag je ontwijken zonder strafslag. Bij tijdelijk water in de bunker
wel 1 strafslag tellen. Grond in bewerking wordt aangegeven door blauwe paaltjes.
Op veel banen is het verplicht om een bal die in grond in bewerking ligt te droppen,
zonder strafslag. Dit noemen we een zogenaamde ‘local rule’ die boven een regel uit het regelboek gaat.
R26 WATERHINDERNISSEN ( 24 vragen)
Belandt je bal in een gewone waterhindernis, gemarkeerd door gele paaltjes,
krijg je 1 strafslag en je mag de bal overal achter de waterhindernis droppen.
Een laterale hindernis, gemarkeerd door rode paaltjes loopt langs de fairway.
Wanneer je bal daar ligt, mag je binnen twee stoklengtes droppen.
R27 PROVISIONELE BAL (15 vragen)
Een bal is kwijt wanneer hij binnen 3 of 5 minuten niet gevonden wordt.
Om niet helemaal terug te hoeven lopen kan men in voorkomende gevallen een ‘provisionele’ bal
spelen (een soort reserve bal). Indien de bal in spel gevonden wordt of niet ‘out of bounds’
blijkt te zijn, speelt men met deze bal verder en raapt men de ‘provisional’ op zonder bijtelling.
Indien de bal in spel inderdaad ‘verloren’ of ‘out of bounds’ is, speelt men na bijtelling van een
strafslag door met de provisionele bal.
R28 ONSPEELBARE BAL (13 vragen)
Een bal is onspeelbaar als een speler hiertoe beslist. 3 opties om het spel
voort te zetten. In alle beschreven gevallen 1 strafslag.
1. Drop de bal binnen 2 stoklengtes IN de bunker.
2. Drop de bal op de hole-lijn naar achter IN de bunker.
3. Ga terug naar plaats vanwaar de bal het laatst werd geslagen.
Een bal in een waterhindernis kun je niet onspeelbaar verklaren.
Mocht je de bal in een bunker onspeelbaar verklaren dan moet je de bal
dus in de bunker droppen. Indien je de bal buiten de bunker wilt droppen
dan kan dat door terug te gaan naar de plaats waar je geslagen hebt.
Zie de 3e optie.
-------------------------------------
Tot slot zijn er nog regel 29 t/m 34.
Maar daar worden geen examenvragen over gesteld.
Er zitten dus zo'n 300 (regel)vragen in het examen. Plus een aantal etikettevragen,
matchplayvragen en Stablefordvragen. Totaal dus circa 400 vragen (!).
De laatste vraag gaat over de Stableford puntentelling.
Succes met je examen.