Regels en afspraken zorgen voor structuur in de wiskunde, zodat iedereen kan begrijpen wat er staat.

Notatieafspraken zijn belangrijk zodat je docent weet wat je bedoelt. Omdat notatiefoutjes meestal niet leiden tot een verkeerd antwoord geven we voor dat soort fouten sterretjes.

Voorbeelden waarvoor je sterretjes krijgt zijn:

1. Eenheid vergeten, bijv. Lengte = 15 + 2 = 17 ...

2. Verkeerd gebruik hoofd- en kleine letters, bijv. bij een hoekpunt een kleine letter.

3. Verkeerd afronden bijv. 3,45 = 3,4

4. Breien, bijv. 5 x 3 = 15 + 2 = 17

5. Tekeningen niet met potlood en lineaal (of geodriehoek) gemaakt (of cirkel niet met passer)

6. Geen getallen, namen of eenheden bij de assen.

7. Verkeerd opschrijven uitkomst, fout : 3 x A + 0 en goed : 3a

8. Geen ‘wat’ bij je antwoord, bijv. Lengte = 17 cm

9. Geen duidelijke opgavenummer en (kleine) letter voor de kantlijn.

10. Verkeerd gebruik . en , (of andere 'foute' rekenmachinetaal i.p.v. de juiste wiskunde-notatie)

11. Breuk niet vereenvoudigd. De kans is 4 op 16 ofwel 4/16 = 1/4 of 25 %

12. Niet duidelijk een formule ingevuld. De werkwijze moet zijn: opschrijven, invullen, uitrekenen.

Voor elk foutje of slordigheidje krijg je een sterretje. Je kunt dus meer sterretjes krijgen per opgave. Een sterretje telt voor 0,1 punt; voor elk sterretje gaat er 0,1 punt van je cijfer af. Je kunt niet meer dan 20 sterretjes krijgen per proefwerk of SO.

Heb je een smartphone? Wil je via je mobiel bij de schoolsystemen? Kijk op m.ictvo.nl
Daar staat ook een link naar een REKENDICTEE (om op je mobiel je rekenkennis te testen).
Wiskunde biedt ook uitdagende raadsels... bijvoorbeeld: het vier krijgertjes probleem